Museumtijdschrift blog: Design als dialoog
2 Okt 2013
Door Edo Dijksterhuis
Londen en Milaan gingen Amsterdam voor als focusstad tijdens de Beijing Design Week: een begeerde status aangezien dit evenement geldt als een hoogtepunt op de mondiale designkalender. Tel daar de locatie bij op – de hoofdstad van een van ‘s werelds snelst groeiende economieën – en het mag duidelijk zijn dat Amsterdam flink heeft uitgepakt voor deze als artistieke presentatie vermomde handelsmissie.
De integrale aanpak van stadsontwikkeling waarbij alle belanghebbenden gehoord worden – urbaan polderen dus – wordt aan de man gebracht als de ‘Nederlandse aanpak’. Op een symposium wordt gedemonstreerd hoe nieuwe media – games, datavisualisering, augmented reality – kunnen worden ingezet om industrieel erfgoed geschikt te maken voor hergebruik. Sieraadmakers tonen hun werk, kopstukken van het Dutch Design geven lezingen. Mode-ontwerper Alexander van Slobbe gaat aan de slag met lokale modestudenten om een Chinese versie van de avondjurk te maken.
Vrolijke vaandeldrager
Iedere zichzelf respecterende delegatie heeft een vaandeldrager en in Beijing is die Marcel Wanders. Aan deze ‘Lady Gaga van de designwereld’, zoals Wanders door The New York Times is genoemd, wijdt het Stedelijk Museum Amsterdam in februari een grote overzichtstentoonstelling. De presentatie in het prestigieuze Capital Museum is een opwarmertje.
Vijfentwintig jaar design en een oeuvre van duizenden objecten zijn in Beijing ingedikt tot een paar interieurfoto’s en een catwalk met dertien stoelen. Natuurlijk ontbreekt de iconische Knotted Chair niet, gemaakt van met epoxy gefixeerd touw. Het meest recente model is de Carbon Balloon Chair die met z’n gewicht van amper zeshonderd gram aanspraak maakt op de titel ‘lichtste stoel ter wereld’.
De aanstaande presentatie in Amsterdam is veel completer. En meer dan dat. Naast zijn vrolijke vormgeving zal Wanders voor het eerst ook autonoom werk laten zien, dat veel duisterder is.
Kleien met buurtbewoners
Veel van de tentoonstellingen die kriskras door de Chinese metropool zijn neergezet, overstijgen het niveau van productpresentatie niet. Zo niet die van Salon, dat deze winter ook een tentoonstelling in Nederland organiseert. Dit Amsterdamse initiatief uit 2010 vermengt mode, design en beeldende kunst op een manier die direct reageert op de tentoonstellingslocatie. Een reeks edities op onder andere de hoofdstedelijke Wallen werd vorig jaar opgevolgd door een succesvolle aflevering in Istanbul. Afgelopen week streken vijftien Nederlandse Salondeelnemers neer in Dashilar, een zeshonderd jaar oude volksbuurt in hartje Beijing.
Sander Wassink liet zich inspireren door de alom aanwezige namaakindustrie. Hij kocht tientallen sportschoenen van bekende merken op, verknipte die en liet de stukken door een lokaal schoenmakertje weer in elkaar zetten. Wassink plakte het merk Dashilar op het futuristisch ogende, veelkleurige resultaat: een trots symbool voor een in armoede en anonimiteit gedompelde wijk.
Desirée Hammen gebruikte de overal bloeiende afrikaantjes als verfstof voor borduurlappen. Chris Kabel maakte zijn ronde houten zitmeubel van lokale grondstoffen: tweehonderd plastic krukjes. Ernst van der Hoeven verzamelde zwabbers om er een reusachtig kalligrafeerpenseel van te maken.
Maar de zuiverste vorm van dialoog is afkomstig van Klaas Kuiken en Dieter Volkers. Zij vroegen buurtbewoners een typisch Chinees voorwerp te visualiseren – een theepot – en die in een bolletje klei vorm te geven. De scans van al die verschillende potjes worden over elkaar heen gelegd om tot een echt archetype te komen. Of een soort groepsportret in klei.
‘Marcel Wanders: Pinned Up’, 1 februari 2014 t/m 15 juni 2014 in Stedelijk Museum Amsterdam; www.stedelijk.nl
‘Winter Salon’, 15 januari 2014 t/m 25 februari 2014 op diverse locaties in Amsterdam; www.salon1.org